Het scheiden van zoet en zout

15 juli 2020

Imco Visser studeert deze zomer af op watermanagement aan de Hogeschool van Rotterdam. Bij de gemeente Schouwen-Duiveland doet hij zijn afstudeeronderzoek. Hij kijkt naar de haalbaarheid van een gescheiden watersysteem voor de polders van Bruinisse en Oosterland waar zoete en zoute stromen door elkaar heen lopen, waardoor het zoetwater verzilt. Een gescheiden watersysteem vergroot de zoetwaterbeschikbaarheid. Door inventariseren, gesprekken met mensen met expertise in het gebied zelf, data bestuderen en literatuuronderzoek, zocht hij uit hoe het watersysteem in het casusgebied in elkaar zit; waar het zout is en waar zoet. Zo kwam hij tot een afbakening. Nu is de laatste fase aangebroken en werkt hij de dimensionering van het ontwerp verder uit.

Terugkijkend zegt Imco: “Ik heb de tijd op Schouwen-Duiveland als heel positief ervaren. Er was een grote bereidheid om wat te vertellen of mee te helpen.” Onverwacht was: “Nadat ik een week of drie op het gemeentehuis aan de slag was, werden de coronamaatregelen van kracht en ging iedereen vanuit huis werken. Ook toen werd alles snel en goed geregeld door de gemeente, de Hogeschool Rotterdam en het Waterschap Scheldestromen. Vlot kwamen er gesprekken en Zoom-meetings, dat was wel heel fijn. Al had ik natuurlijk wel graag de gehele periode in de werkomgeving willen doormaken.”

Beoordelingsmodel en ontwerp
Op basis van een combinatie van de data van de FRESHEM-kaart (het zoutgehalte van het grondwater) en de metingen die de boeren doen in monitoringsproject Natuurlijk Zoet maakte hij een model om het zoutwatergehalte per watergang te beoordelen. Daarin wordt zichtbaar dat er in het midden van het gebied tussen Oosterland en Bruinisse best veel zoetwater beschikbaar is, maar dat verzilt doordat er een zoute stroom doorheen loopt. Aan de hand van het model kun je bepalen op welk punt je het watersysteem zou moeten scheiden om het meest effectief de zoetwaterbeschikbaarheid te vergroten.

Op een van zijn gebiedskaartjes staan rondom het zoetwatergebied met groene lijnen veel rode en oranje lijnen, dat zijn zoute en brakke sloten en watergangen. Imco legt uit: “Via een duiker onder een kering tussen twee peilgebieden watert het ene zoute peilgebied (GPG 593) af op het zoete (GPG 584). Hierdoor stroomt heel veel zout water het zoetwatergebied in. In het ontwerp voor een alternatieve afwatering stel ik voor die duiker niet meer op die manier te gebruiken, maar als overstort. Een nieuwe duiker kan worden aangelegd op een meer zuidelijk punt onder de dijk en de watergangen langs deze dijk die naar deze nieuwe duiker leiden, worden verbreed. Hierdoor kan het zoute water uit dat bewuste peilgebied dan afwateren op water dat al zout is.”

Hij zegt: “Nu ben ik bezig de maatregelen voor het ‘omleggen’ van de afwatering te dimensioneren. Dan gaat het om hoe groot moet dat zijn, hoe breed, welke talud heeft dat, hoe hoog moet het water daarvoor staan, op welk waterpeil moet je de overstort dan instellen en hoe ingrijpend is dat, en dergelijke. Dat het scheiden van watersystemen nog nergens is gedaan, is het mooiste en spannende eraan. Dat maakt het ook lastig omdat je weinig referentiemateriaal hebt. Ik ben heel benieuwd naar wat het voor de zoetwaterbeschikbaarheid oplevert. Want ik kan niet met hele grote zekerheid zeggen dat het gescheiden watersysteem in de praktijk voor een significante vergroting van de zoetwaterbeschikbaarheid zorgt.” Hij gaat nog aangeven wat en waar er nog gemeten kan worden, want verdere metingen zijn nodig. Gegeven dat Natuurlijk Zoet pas op relatief korte termijn bezig is en de afgelopen jaren allemaal heel droog waren, kan dit vertekenen. Dan lijkt de situatie misschien heel ernstig terwijl het in een natter jaar meevalt. Imco voegt toe: “Het ontwerp is een basale vorm om zout en zoet te scheiden. Je zou het als een soort van pilot kunnen beschouwen, werkt dit en wat levert dit op tegen welke kosten? En dan kun je als vervolgstap gaan kijken of je het zoetwatergebied nog verder kunt uitbreiden.” Inmiddels is het rapport beschikbaar. 

Een bredere toepasbaarheid van een gescheiden watersysteem hangt volgens Imco erg af van hoe het oppervlaktewatersysteem in elkaar zit ten opzichte van je grondwatersysteem. Hier loopt de zoutwaterstroom door een zoetwatergebied en met een soort omleiding kun je dat omzeilen. "Een watersysteem ontstaat gedurende een heel lange tijd onder invloed van natuurlijke processen, als kleiafzettingen en het is ingericht op het zo snel mogelijk afvoeren van het teveel aan water. We krijgen nu steeds vaker te maken met periodes van droogte en kijken daarom naar hoe we het zoet water kunnen vasthouden. Door de verzilting en de zoetwaterbeschikbaarheid én door nieuwe kennis en inzichten zijn we bij de inrichting van watersystemen voor de toekomst genoodzaakt de systemen erop aan te passen.”