Gerealiseerde zoetwaterplannen en de stap daarna

14 januari 2025

Via de voucherregeling zijn 49 zoetwaterplannen op Schouwen-Duiveland gerealiseerd. Met Michel Carol en Edwin Torn Broers van AddVision kijken we terug op de investeringsregeling voor zoet water. Met agrariërs Geert van de Velde en Jan de Koeijer kijken we ook vooruit. In de video onderaan laten we de zoetwatermaatregelen van de agrarische bedrijven C. en M. Van den Hoek in Dreischor en J. Rentmeester in Kerkwerve zien en lichten de bedrijven deze ook toe. 

Veel aandacht voor zoetwateroplossingen
Veel agrarische ondernemers investeerden met hulp van de voucherregeling in zoetwateroplossingen als infiltratie in de ondergrond, bassins voor bovengrondse opslag aangesloten op drainagesystemen en/of hemelwaterafvoer, vernieuwde regelbare drainage of peilsturing met stuwtjes en dammen. Hierdoor zijn ze beter voorbereid op perioden van droogte. Het is nog te vroeg om aan te geven wat dit betekent in volumes zoet water. Carol geeft aan: “De agrariërs zijn positief over wat er nu voor elkaar is gekregen. Ze zijn blij met deze stap en weten ook dat ze er nog niet zijn. Grote stappen doen over het algemeen de jonge boeren, zij pakken veel op.” Torn Broers: “De regeling bracht veel in beweging, dat wordt als positief ervaren en horen we terug.”

Wat is door de regeling geleerd
“Vooraf meer aandacht voor het vergunningenproces, zorgen dat er daarvoor een betere afstemming is op het moment dat je de regeling met elkaar afspreekt, was beter geweest”, zegt Carol. “De verkennende gesprekken in het voortraject zorgden dat we snel aan de slag konden. Tijdens de uitwerking van ideeën naar projecten dachten we mee in het aanscherpen van de plannen en legden we verbindingen om vragen beantwoord te krijgen, dat werkte goed.” Meestal is er bij een plan van de ondernemer niet een precieze match met de regeling. Afstemmen en het net iets anders aanpakken waardoor het toch past, maakt de kans van slagen groter. Torn Broers vult aan: “Uitgangspunt is weten wat ondernemers zelf willen en dat toetsen aan regelingen. Door de vele gesprekken weten we wat er speelt en kunnen we slimme combinaties maken.”

Maar zegt Carol: “Wat in het proces ontbrak was een aanspreekpunt voor de uitvoering in de periode daarna. Iemand die de inhoud kent en zaken in goede banen leidt. We zagen dat er soms langs elkaar heen werd gewerkt en dan duurt het te lang.” Het was lastig om alles vóór 1 november gerealiseerd te hebben, hadden we meer tijd moeten reserveren? Torn Broers geeft aan: “Het is niet altijd dat de tijd te kort is, het gaat ook over timing en de dynamiek van het proces. De overheid werkt keurig volgens de vastgestelde termijnen en voor de agrariër zijn er maar bepaalde momenten in tijd dat hij iets kan doen. Het proces van vergunningverlening sluit dan niet helemaal aan op de praktijk van het boerenbedrijf.”

waterbassin
Een gerealiseerd zoetwaterbassin

Praktijkervaringen
Het familiebedrijf van Geert van de Velde in Dreischor legde peilgestuurde drainage aan en koppelde dit aan een bassin. We zijn blij dat dit met behulp van de voucherregeling is gerealiseerd. Hopelijk bereiken we dankzij de beschikbaarheid van zoet water een wat gezonder gewas en een betere opbrengst. Kanttekening als ik terugkijk is dat het een enorme investering was waarbij we ook een stukje bouwgrond zijn kwijtgeraakt. Onprettig vond ik dat het vergunningenproces lang duurde en de daarmee samenhangende onzekerheid.” De maatregelen zie ik voor de sector op Schouwen-Duiveland als een druppel op een gloeiende plaat: “Wij hebben het geluk op redelijke zanderig wat hoger gelegen grond te zitten. Bij ons zit tot op 2 meter diepte nog zoet water. Maar voor zo’n 70% van de sector geldt dat niet, die zitten op moeilijke gronden waarbij het water op 1,5 meter al zout is en de zoute kweldruk veel hoger is. Het boerenbedrijf komt hier lastig rond.”  

Een volgende stap?
“Voorlopig kunnen we weinig andere investeringen doen, veel hangt af van hoe de komende jaren eruit gaan zien qua droogte en natheid én welke prijzen we kunnen krijgen. We hebben als bedrijf ook wat gronden die verder weg liggen en daarvoor willen we nog wel maatregelen treffen. Ook zouden we de bodemstructuur willen ontzien. Ik zou in de toekomst graag zien dat we aanpassingen aan onze machines kunnen doen en met vaste rijpaden gaan werken, waardoor we niet meer op de stroken van drie meter breed waarop we telen hoeven te komen.” 

bij het stuwtje

Stuwtjes en een zoetwaterbassin
Het bedrijf van Jan de Koeijer en Niels Heining in Brouwershaven plaatste twee stuwtjes volgens het waterconserveringsplan en legde een zoetwaterbassin aan. Jan de Koeijer vertelt: “Met de twee stuwtjes hopen we in de winterperiode in wat kleinere peilvlakken het water wat op te kunnen zetten om zo wat meer zoetwaterdruk te zetten. Met het bedienen van de stuwtjes hebben we nu wat ervaring opgedaan, dat gaat best goed. Belangrijk is uiteraard afstemmen en ook of er in het gebied nog oogst op het land staat of niet. Verder hebben we een zoetwaterbassin aan kunnen leggen en dat zien we als een hele mooie stap. Met een installatie hopen we vanuit de opgezette sloten wat aan te vullen. In combinatie met een pomp en buizen onder de grond kunnen we percelen van water voorzien. Hiermee kunnen we in droge perioden wat van het gewas redden of bijvoorbeeld opkomst garanderen.”

 

Stappen voor de toekomst
“Bodemvruchtbaarheid is een hele belangrijke, daar doe je je best voor. Een betere bodem kan ook een rol spelen in het beter vasthouden van water. Verder zie ik met die natte najaren risico’s met gewassen die je laat moet rooien. Het kan zo zijn dat je het moet laten zitten en dat je je land dan lange tijd kwijt bent. In mijn geval, ik teel biologisch, denk ik goed na hoe ik om wil gaan met gewassen als winterpeen of rode biet in het bouwplan. Verder zie ik de winters zachter worden, dat heeft nadelen maar kan ook voordelen hebben. Ik zet op de lichtere gronden bijvoorbeeld liever wintergraan dan zomergraan. Dan hoef ik niet vroeg in het voorjaar mijn land op en het gewas kan profiteren van die zachtere winter. Het groeit goed door en een wintergewas wortelt ook beter dan een zomergewas, dat heeft ook voordelen.” Bodemverdichting wil hij zoveel mogelijk voorkomen. Zo is hij wel bezig met welk gewicht een nieuwe trekker of machine mag hebben.

Voor de toekomst van het boerenbedrijf wil hij een oproep doen voor gemeenschappelijkheid en samen verantwoordelijkheid nemen. “Als boer ben je geneigd om vanuit jezelf, je eigen belang en bedrijf naar oplossingen te zoeken. Maar de grote uitdagingen waar we voor staan, zoals de opwarming en wat klimaatverandering doet met dit eiland, vragen om denken in een breder verband, samen optrekken en groter durven denken.”

Dit project is een onderdeel van de Broedplaats Zoet Water Schouwen-Duiveland. Het is mogelijk gemaakt met steun van het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland Zuidwestelijke Delta (IBP-VP-ZWD) en subsidie van provincie Zeeland.