Fieldlab Dijkwater

25 maart 2024

Voor het fieldlab Dijkwater is samen met de betrokkenen een verkenning en visie opgesteld. Het gebied bestaat uit het natuurreservaat Dijkwater dat valt onder beheer van Staatsbosbeheer en enkele omliggende landbouwpercelen. Rond het Dijkwater zijn zo’n 10 agrarisch ondernemers met grond in of tegen het Dijkwater. Met de agrarische ondernemers zijn keukentafelgesprekken gevoerd. De ondernemers geven aan dat er behoefte is aan zoet water voor beregening, drinkwater voor koeien en om fruitbomen te irrigeren. De behoefte verschilt sterk per ondernemer.

De focus van het onderzoek lag op de haalbaarheid om het water uit het natuurgebied Dijkwater als waterbuffer te benutten voor de landbouw. Het Dijkwater is belangrijk als kerngebied voor bijzondere kustvegetatie. Uit een eerste verkennend onderzoek door adviseurs van Aequator Groen + Ruimte, KWR Water en bureau Zijaanzicht blijkt dat het gebruiken van het water uit het natuurgebied Dijkwater niet kansrijk is. Het gebied wordt gevoed door zoute kwel waardoor het water, ook in de winterperiode onvoldoende zoet is en niet bruikbaar voor de landbouw. Het gebied heeft zelf ook last van de droogte. Staatsbosbeheer wil graag meewerken om meer zoet water vast te houden door het peil van het westelijk deel op te zetten en te onderzoeken of dit effect heeft voor de zoetwatervoorraad in de ondergrond.

Het Dijkwater

Voedselgebied voor beschermde vogels en kwetsbare natuur
Het Dijkwater is een oude zeestroom die fysiek afgesneden is van de Grevelingen. Voor de beschermde vogels in de Grevelingen vormt dit nog steeds een belangrijk fourageergebied. Met de bijzondere orchideeën die hier voorkomen en het grasland, biedt het een bijzondere habitat en het is Europees beschermd gebied. Vanwege de kwetsbare natuur kan het peil van het gebied alleen in het westelijk deel mogelijk wat worden opgezet. Jan Janse, landschapsarchitect bij Staatsbosbeheer, licht toe: “In het gebied groeien bijzondere orchideeën, zoals de zeldzame harlekijnorchissen en ook de rietorchis, moeraswespenorchis, bijenorchis, addertong en ratelaar. Peilopzet kan slechts in beperkte mate omdat het zoute water de zoetwaterbel waarop de orchideeën groeien aan zou kunnen tasten. De orchideeën zijn afhankelijk van de beschikbaarheid van zoet water.”

Water vasthouden met kleinschalige maatregelen
Een andere aanpak is om samen met de ondernemers in het gebied een plan te ontwikkelen voor een ‘landschap als spons’. Met kleinschalige maatregelen, zoals waterconserveringsstuwen en aangepaste drainage, willen we zoveel mogelijk zoet water vasthouden. Eerst brengen we de situatie goed in beeld. Welke sloten zijn zoet en welke zout? Met kleinschalige pilots gaan we de haalbaarheid van zoet water vasthouden onderzoeken. Tijdens een gebiedsbijeenkomst zijn de mogelijkheden om water vast te houden verkend.

André Slootmaker, akkerbouwer, deed eerder mee aan het project Natuurlijk Zoet waarbij de EC-waardes van de sloten door de betrokken agrariërs zelf werd gemeten en is vanaf het begin betrokken bij het Living Lab en de fieldlab. Hij zegt: “Het Dijkwater is een héél zout gebied met een klein stukje waar zoet water zit, dat zagen we afgelopen zomer.” Op de laatste gebiedsbijeenkomst nam Slootmaker zich voor in die week weer eens te gaan meten. “Ik zag toevallig ook mijn buurman daarmee bezig. Het viel me echt niet mee wat eruit kwam. In de kavelsloot had ik een waarde van 4, in een andere sloot was het water beter daar heb ik 2 gemeten en het water in de drains was 1,8. Maar in de sloten rondom het huis was het 3,5 à 4. De vraag is waar we het zoete water vandaan moeten halen.”

Bijeenkomst fieldab Dijkwater

Samen optrekken
Nu blijkt dat er in het gebied eigenlijk geen zoet water beschikbaar is, willen we aan de slag met kleinschalige maatregelen. Slootmaker: ”Het is heel goed om het er in de fieldlab met elkaar over te hebben. En het is prima als blijkt dat we met een eenvoudig stuwtje hier en daar, zoet water kunnen opvangen. Echter we moeten heel erg oppassen dat we het in verhouding houden als we kijken naar tijd, geld en moeite.” Een mooi resultaat zou kunnen zijn, zegt hij: “Als nu toch blijkt dat we naast hier en daar zoet water bufferen, misschien toch samen het regenwater dat valt gaan opvangen in een bassin van een behoorlijke omvang. En dat we dat dan bijvoorbeeld met een druppelleiding kunnen benutten.”

Janse kijkt ook vooruit: “Boeren rond het Dijkwater experimenteren al jarenlang om meer zoet water vast te houden en bodemverbetering toe te passen. Dat varieert van groenbemesting tot verdunnen van op te brengen mest met dakwater. Het zou mooi zijn als ze door kennis te delen nóg meer gaan proberen. Eventueel kunnen ze ook met behulp van langjarige financiering werken aan een meer natuurinclusief landschap. Een landschap dat gebiedseigen zoet water langer vast kan houden, is beter voor de biodiversiteit en natuurlijke bestuiving van landbouwgewassen. Een mooie stap is al dat de boeren nu zelf de zoutwaarden in sloten gaan meten om een beter beeld te krijgen van de beschikbaarheid van zoet water.”

Door samen op te trekken in een fieldlab kun je elkaar inspireren en net dat duwtje in de rug geven. “Ik hoop op minder tegenstellingen tussen natuur en agrarisch gebied. De boer is ook op eigen grond al jarenlang beheerder van landschap en natuur geweest. Het zou mooi zijn als dat via de lijn van zoetwaterbeheer weer langzaam terug kan komen, zonder dat dat voor de boer minder inkomen betekent.”

Dit project is een onderdeel van de Broedplaats Zoet Water Schouwen-Duiveland. Het is mogelijk gemaakt met steun van het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland Zuidwestelijke Delta (IBP-VP-ZWD) en subsidie van provincie Zeeland.