Het Poldergebied tussen Burgh-Haamstede en Burghsluis is bijzonder omdat het gevoed wordt door het zoete kwelwater van de Kop van Schouwen en door het zoute kwelwater van de Oosterschelde. De grens tussen het zoete en zoute deel van de polder is heel scherp. Omdat het polderwatersysteem is ingericht om het water efficiënt af te voeren, gaat veel zoet kwelwater verloren. Dit vormt voor zowel landbouw als natuur een beperking; zoet water kan niet worden benut voor gewasgroei en lage grondwaterstanden zijn niet goed voor het bodemleven. In het gebied dat onder invloed van zoute kwel ligt, is binnen de percelen een dunne regenwaterlens aanwezig en vormt verzilting een risico.
Hiernaast is op het kaartje 'Huidige watersysteem en hoogte' (bron: Waterschap Scheldestromen, PWO Schouwen 2021) de vermoedelijke overgang van zoet naar zoute kwel aangegeven.
Fieldlab Burghsluis
Voor het vergroten van de zoetwaterbeschikbaarheid in het gebied is het fieldlab Zoet Water Burghsluis opgericht. Het fieldlab Burghsluis is ontstaan op initiatief van enkele ondernemers in het gebied tussen Burghsluis en Burgh-Haamstede en wordt ondersteund met financiering vanuit de Broedplaats Zoet Water Schouwen-Duiveland. In de periode maart 2021 - april 2022 zijn gesprekken gevoerd met ondernemers in het gebied, het waterschap en verschillende natuurorganisaties om een beeld te krijgen van de knelpunten in het watersysteem en ideeën en mogelijke oplossingen te verkennen. Daarnaast is het gebied van het fieldlab verder afgebakend. Op basis van deze verkenning is besloten om een gezamenlijke visie te ontwikkelen op een klimaatrobuust watersysteem.
Water langer vasthouden en slim benutten
In het voorjaar en de zomer van 2022 is op basis van een analyse van het bodem- en watersysteem samen met de gebiedseigenaren door de adviesbureaus Aequator Groen & Ruimte en Deltares gewerkt aan een verkenning van de mogelijke oplossingen om de zoetwaterbeschikbaarheid te vergroten.
Uit dit onderzoek kwam naar voren dat het mogelijk is om zoet water dat uit de duinrand kwelt langer vast te houden en te scheiden van de zoute kwelgebieden. Dit kan door het compartimenteren en opstuwen van de peilgebieden die gevoed worden door kwelwater. Dit betekent het aanbrengen van scheidingsstuwen in het secundaire en soms primaire watersysteem om het peil zo optimaal mogelijk in te richten afhankelijk van de maaiveldhoogte, drooglegging en afvoercapaciteit. Het vraagt ook om het verbeteren van het watervasthoudend vermogen van de bodem om te zorgen dat zoveel mogelijk water wordt vastgehouden; de bodem als spons.
Een ander voorstel is om het zoete effluent uit de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) te benutten voor het kunstmatig bevloeien oftewel het irrigeren of beregenen van percelen die onder invloed van zoute kwel liggen. Het toepassen van dit gezuiverde afvalwater voor landbouwdoeleinden is niet zonder meer toegestaan en vergt waarschijnlijk een nazuivering om te voldoen aan de strenge normen.
Planfase
De betrokken gebiedseigenaren, het waterschap, provincie en gemeente hebben besloten om de onderdelen van de visie verder uit te werken tot een plan. In de komende periode wordt verder onderzoek gedaan naar de verschillende oplossingsrichtingen en een uitvoeringsplan opgesteld. Bij de uitwerking van het plan zal ook goed gekeken worden of de maatregelen kunnen bijdragen aan andere doelstellingen in het gebied zoals reductie van stikstof en het vergroten van de biodiversiteit.
Dit project is een onderdeel van de Broedplaats Zoet Water Schouwen-Duiveland. Het is mogelijk gemaakt met steun van het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland Zuidwestelijke Delta (IBP-VP-ZWD) en subsidie van provincie Zeeland.