Eet meer schelpdieren (en wieren)

2 april 2025

Eind maart 2025 publiceert het Nederlands Genootschap voor Aquacultuur het eindartikel over het project ZEEMOS. Jouke Heringa (HZ University of Applied Sciences) trekker van het Living Lab-onderzoeksproject over de gecombineerde kweek van ZEEwier en MOSselen, noemt de uitkomsten beloftevol. Deze eiwitrijke voedselbronnen hebben veel potentie. Welke kansen, ontwikkelingen en knelpunten voor zeewier en schelpdieren ziet hij? 

Voedselproductie buiten- en binnendijks
Dat de gecombineerde kweek van zeewier en hangcultuurmosselen een gunstig effect heeft, zagen we in het onderzoeksproject ZEEMOS (zie ook het artikel). Zeewier is een product met potentie: het kan een bijdrage geven aan de eiwittransitie. Je kunt de inhoudsstoffen als mineralen of alginaten (bindmiddel in bijvoorbeeld in chocolademelk) eruit halen en apart gebruiken. Ook kun je het koeien voeren en het uitscheiden van methaan ermee verminderen. Toch lukt het niet de wieren tegen een prijs hoger dan de kostprijs te verkopen.

Heringa geeft een schets van de situatie: “Zout water voor voedselproductie heeft potentie en de kweek van zilte producten als wieren, zeekraal en schelpdieren is beloftevol. De mogelijkheden voor toepassing zijn groot. Van een akker met zeekraal kun je twee – drie keer snijden, je oogst op zijn minst 2 kilo per m2 en dat kan zo een  € 4 per kilo opleveren. Reken maar uit, dat is € 80.000,- voor een hectare. Waarom ligt heel Zeeland dan niet vol met zeekraal en neemt zeewierkweek geen vlucht?”

Verschillende bedrijven die in Nederland en de rest van Europa met de productie en oogst van zeewier actief waren, zagen zich de laatste jaren gedwongen hiermee te stoppen of van business te veranderen. Heringa: “Jammer dat de zilte voedselproductie op het gebied van wierkweek niet echt van de grond komt. De productiekosten zijn te hoog en de prijzen die ervoor betaald worden staan niet in verhouding. De koelcellen blijven vol liggen met onverkochte zeewier."

Een grootschalige business hiervoor opzetten lukt blijkbaar niet. Dat heeft veel met de marktvraag in Nederland of elders in Europa te maken. De markt voor zilte gewassen als zeekraal en lamsoor is beperkt en dat limiteert de productie en oogst van deze producten. Maar dat er wel mogelijkheden voor zeekraal en lamsoor zijn, bewijst bijvoorbeeld De Schorreblomme (Zeeuws voor zeekraal) in Kerkwerve. Zij telen al zes jaar zilte lamsoor, zeekraal en ook de minder bekende zeebananen en oesterblad.

Heringa geeft aan: “Bij schelpdierteelt worden geen bestrijdingsmiddelen en voedingsstoffen toegevoegd (non-fed). Ze groeien op het voedsel (algen) dat van nature aanwezig is in het water en van verstoring, uitputting of effect op de natuurlijke omgeving is nauwelijks sprake.” Schelpdieren als mosselen en oesters kennen nog steeds een behoorlijke afzet. Maar ook die staat onder druk. Heringa: “Liefhebbers zijn, een beetje gechargeerd, de wat oudere witte mannen. Kortom het aanboren van nieuwe en jongere consumenten is een aandachtspunt.”

Nieuwkomers in Grevelingen, Oosterschelde, Veerse Meer en Voordelta
Er zijn ook nieuwkomers onder de schelpdieren in de zoute Zeeuws deltawateren. Een voorbeeld is de tapijtschelp die van origine uit Azië komt. Deze schelp doet het goed in de deltawateren, van het Veerse Meer tot de Oosterschelde en Grevelingen rondom Schouwen-Duiveland, zie ook: Filipijnse tapijtschelp vestigt zich in de Zeeuwse Delta (WUR) Het is een soort venusschelpje vergelijkbaar met de Italiaanse vongole en lijkt qua smaak op de geribbelde kokkels. Deze Filipijnse tapijtschelp is wereldwijd het meest gegeten schelpdier, waarvoor een prijs van € 3,00 per kilo wordt betaald. Een mooi product, maar de oogst ervan wordt nog niet gereguleerd en er vindt wat illegale visserij op deze soort schelpen plaats.

Pilots met de tapijtschelp
Op ondiepe plekken in de Grevelingen zijn Staatsbosbeheer, en een coöperatie van beroepsvissers en schelpdierkwekers geïnteresseerd om pilots met tapijtschelpen te starten, zie ook: Terugblik op 2024: afwegen visserijactiviteit in de Grevelingen. Met onderzoeksvragen als wat is de omvang, hoe gezond is het bestand en hoe zorg je dat andere soorten en de natuur niet de dupe worden? Wageningen Research University (WUR) begeleidt deze mogelijke vorm van visserij en binnenkort wordt hiervoor waarschijnlijk een overeenkomst getekend.

Pilots in de voordelta

Nieuwe gronden en uitdagingen
Mosselkwekers worden uitgedaagd om ook bij windmolenparken met hangcultuurmosselen op zee aan de gang te gaan; met meervoudig ruimtegebruik zoals dat heet. Maar zo eenvoudig is dat nog niet, want de sector heeft een bepaald soort boten die geschikt zijn voor de Delta en Waddenzee waar het veel rustiger is. Het brengt risico’s met zich mee om daarmee de Noordzee op te gaan en de grotere golven bij deze locaties brengen groei- en oogstonzekerheden met zich mee. Ook moet worden geïnvesteerd in dure apparatuur voor het zaaien en oogsten van hangcultures en doordat de kweeklocaties veel verder weg liggen nemen vaarkilometers en CO2-uitstoot toe.

De HZ UAS onderzoekt samen met natuurorganisaties en de sector in een monitoringsproject hoe we in de Grevelingen en Oosterschelde voor de (inheemse) platte oester beter kunnen voorspellen wanneer en waar er oesterbroed gaat vallen. In combinatie met natuurherstel willen we werken aan meer uitgangsmateriaal dat oesterkwekers op hun eigen percelen neer kunnen leggen.

mossels aan een touwsubstraat
Een medewerker van Stichting Zeeschelp, een onderzoeker van de HZ onderzoeksgroep Aquacultuur en een student Watermanagement, bezig met de monitoring voor ZEEMOS. Bron foto: HZ AV-dienst

Buitengaats kweken?  
De mogelijkheden om de schelpdierkweek uit te breiden in de Oosterschelde, Grevelingen en Waddenzee zijn zeer beperkt. HZ UAS en de WUR zijn in opdracht van de PO-mossel in een onderzoeksproject bezig om op nog geen kilometer buitengaats te kijken hoe we mossel kunnen invangen en opkweken.

Je ziet verschil zegt Heringa: “Mossels die nabij de wateroppervlakte hangen, zijn veel kleiner zijn gebleven en hebben keiharde schelpen. Het vergt veel energie van de mosselen om daar aan de touwen te kunnen blijven hangen en te overleven. Hangen ze dieper zijn ze  groter met meer vlees en  minder dikke en harde schelpen. Dit komt door de enorme harde stroming die daar optreedt door eb en vloed waardoor het touwsubtraat erg veel kan bewegen. Zeker als er ook nog eens hoge golven zijn bewegen de systemen dusdanig veel dat de mosselen alle energie steken in het blijven hangen en overleven.”

Vernieuwingen nodig
In de wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening in kustzone van de Noordzee is nog veel te weinig oog voor het de productie van voedsel, zoals schelpdieren, in zout water. In de schelpdiersector zijn de afgelopen 20 jaar verschillende innovaties doorgevoerd zoals installaties voor de invang van mosselzaad. Om schelpdierproductie op de Noordzee succesvol te maken, zijn er nog veel meer vernieuwingen in schepen, apparatuur en dergelijke nodig. Daarbij is de vraag welke huidige of nieuwe bedrijven dit gaan oppakken.”

mossels aan een touw
Het bovenhalen van lijnen met wieren. Bron foto: Annika Mol