Driejarig project ZEEMOS nadert afronding

4 juli 2023

Thomas Swart studeert Aquatische Ecotechnologie aan de HZ University of Applied Sciences en is voor zijn afstudeeronderzoek op de Mattenhaven in de Oosterschelde en op de proeflocatie in het Veerse Meer aan de slag voor project ZEEMOS van het Living Lab Schouwen-Duiveland (zie ook eerder interview].

In het driejarige TKI Delta Technologie project ZEEMOS worden de mogelijkheden voor de combinatie van ZEEwierteelt en hangcultuurMOSselen onderzocht. Waarbij de vraag is of de aanwezigheid van mosselen een positieve invloed hebben op de groei van het geteelde suikerwier. Daarom zijn een aantal factoren, in aan- en afwezigheid van mosselen (referentielijnen) onderzocht.

Monstername in de Mattenhaven met bronvermelding fotograaf

Ten eerste het bladoppervlak van het zeewier, als maat voor de groei. Verder is ook de hoeveelheid koolstof en stikstof in het zeewier onderzocht. Op basis daarvan kan het eiwitgehalte en daarmee de kwaliteit van het geoogste zeewier ingeschat worden. Naast het zeewier zijn ook de beschikbaarheid van licht en stikstof, de watertemperatuur, de troebelheid van het water en de concentratie microalgen gemeten. Als laatste is een model van het NIOZ gebruikt om de verzamelde gegevens beter te kunnen duiden. Met dit computermodel zijn ook de mogelijke gevolgen van veranderingen in de beschikbaarheid van licht- en/of stikstof (door mosselen) voor de zeewiergroei uitgerekend.

Tussenresultaten
Tijdens dit derde en laatste projectjaar (2022 – 2023) stelden we vast, zie figuur 2, dat het zeewier tussen de hangcultuurmosselen significant groter gegroeid was (35%) dan het zeewier op de referentielocatie zonder invloed van mosselen.

Grafiek gemiddeld bladoppervlak

Resultaten van de lichtmetingen laten zien dat in aanwezigheid van mosselen het water vanaf maart helderder is dan wanneer er geen nabijheid van mosselen is. Uit de model berekeningen blijkt echter dat deze verbeterde lichtomstandigheden maar beperkt de gemeten betere groei tussen de mosselen kan verklaren. En de andere theorie dat de zeewiergroei gestimuleerd kan worden door de uitscheiding van stikstof door de mosselen kan nog niet aangetoond worden met de modelberekeningen.

Het is nu nog wachten op het beschikbaar komen van de laatste wateranalyses voordat conclusies kunnen worden getrokken en beslissingen over mogelijke vervolgstappen genomen kunnen worden. Maar geconcludeerd kan wel worden dat de combinatie van teelt van mosselen (1) en zeewier (1) in ieder geval samen meer dan 2 is.

Een mogelijke vervolgstap is verder onderzoek naar het ideale ontwerp van een combinatieteeltperceel. Onderzoek naar hoogwaardige toepassingen van zeewier en het op de markt brengen daarvan is een andere mogelijke vervolgstap die waardevolle inzichten op kan leveren.

Meer info: Jouke Heringa, HZ University of Applied Sciences, jouke.heringa@hz.nl