Hoe zetten we het werken aan meer zoet water en aanpassing aan het veranderende klimaat op Schouwen-Duiveland voort? Tijdens het symposium op 23 januari is in verschillende inhoudelijke sessies nagedacht over wat behouden moet blijven en wat nodig is om verder te kunnen gaan. Dat leverde veel waardevolle ideeën op. Langs verschillende sporen werken we aan inhoud en middelen voor volgende stappen.
Inzichten en ervaringen uit de projecten waren vertrekpunt in de sessies over bodemverbetering, gebiedsgericht werken, de rol van de ondergrond voor zoetwateroplossingen en het blijvend ondersteunen van zoetwaterinnovaties. De presentaties staan in de bibliotheek op deze website.

1. Bodemverbetering
Maartje Nijssen en Edwin Torn Broers gaan in deze sessie in op het belang van een gezonde bodem en het driejarige project Bodem- en watercoaching, waarbij 25 agrariërs in Schouwen-Duiveland zijn begeleid. Hoofdvraag is welke maatregelen zij kunnen nemen voor het verbeteren van de bodemkwaliteit en hoe ze het beste kunnen omgaan met wisselende weersomstandigheden. Het blijkt dat hoe meer zij daarover weten, hoe beter zij omgaan met de bodem.
Verdieping en voortzetting
Deelnemers zijn enthousiast over het coachingsprogramma dat nu ten einde is. Zij zien een vervolg als een logische stap. Het zou jammer zijn als de inmiddels opgebouwde kennis over bodem en water op Schouwen-Duiveland niet verder verdiept en uitgebouwd kan worden. BodemUP Zeeland (ZLTO) staat in de steigers, hierin krijgen 150 agrariërs in de provincie drie jaar begeleiding van een bodemcoach. Maar agrariërs willen in contact blijven met de gemeente en de samenwerking voortzetten, ook als het project via ZLTO gaat lopen. Nauwe samenwerking tussen alle partijen zien zij als essentieel en groepsbijeenkomsten zien ze als een manier om de verbinding te behouden.
Voor het vervolg gaan we voortzetting op Schouwen-Duiveland binnen het project BodemUP Zeeland na. We vinden het belangrijk om kennis naar Schouwen-Duiveland te halen. Met Agrarisch Schouwen-Duiveland bespreekt de gemeente de wensen van de agrariërs. Zij wil groepsbijeenkomsten faciliteren om meer kennis en ervaring op te doen over bodem en water. Ook het Agrarisch Innovatie- en Kennis Centrum proefboerderij Rusthoeve betrekken we hierbij.

2. Gebiedsgericht werken: landschap als spons
De situatie in de verschillende Fieldlabs Zoet Water laat zien dat de ondergrond per locatie sterk verschilt, waardoor maatwerk essentieel is. Peter van Veelen bespreekt de belangrijkste lessen uit de fieldlabs, wat er technisch mogelijk is en wat belangrijk is voor het proces, de samenwerking en gedeelde doelen. Een grondig begrip van het bodem- en watersysteem is noodzakelijk voordat er maatregelen kunnen worden genomen. Dit vergt tijd en inzet van alle betrokkenen in het gebied. Een gezonde bodem en slimme perceeldrainage zijn cruciaal bij een landschap als spons. Door water vast te houden in het perceel door bijvoorbeeld peilgestuurde drainage is veel winst te behalen. Het peilbeheer is daarbij vooral ondersteunend. Met flexibel peilbeheer dat gericht is op een zo hoog mogelijke grondwaterstand in het groeiseizoen en laag tijdens het voorjaar en najaar, kan de afvoer van water worden vertraagd op de momenten dat het nodig is. Een uitdaging van ‘de landschap als spons aanpak’ is dat de effecten pas op de lange termijn merkbaar zijn. Door meer water vast te houden in de bodem en te vertragen, verbetert de uitgangspositie tijdens een droge periode, al zal de kwetsbaarheid voor een deel blijven.
Verbreding
Tijdens de discussie is geopperd om de focus van de fieldlabs te verbreden naar thema’s als waterkwaliteit, biodiversiteit en leefbaarheid. Daarbij zou het benutten van experimenteergronden van de provincie extra ruimte kunnen bieden voor deze ontwikkelingen. De kunst is om wel steeds de focus op uitvoering, testen en praktijkproeven niet uit het oog te verliezen.
Voor het vervolg wordt binnen het fieldlab Burghsluis onderzocht of gezuiverd rioolwater van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) Westerschouwen als irrigatiewater voor de landbouw te gebruiken is. KWR Water en Pure Blue verkenden de haalbaarheid. De verdere uitwerking van het plan nam de provincie op zich en STOWA ondersteunt het project. Royal HaskoningDHV werkt verschillende varianten uit en is bezig met de businesscase. Hoe de combinatie van maatregelen en groen-blauwe dooradering in het landschap vorm kan krijgen, wordt in de voortzetting van de fieldlabs Burgsluis en Dijkwater nagegaan. Voorop staat het uitgaan van de kracht van het gebied en inspelen op behoeften en mogelijkheden.

3. Governance: hoe ondersteunen we zoetwaterinnovaties blijvend?
In het living lab is ook geëxperimenteerd met regelgeving, beleid en werkwijzen die deze zoetwaterinnovaties ondersteunen. Want is er regelgeving die echt aangepast moet worden, vragen de zoetwaterinnovaties om aanpassing van het beleid en hoe kunnen we als overheden goed samenwerken op dit thema? Jitske van Popering reflecteert op de tastbare governance-resultaten van het Living Lab en stelt dat het succes van het Living Lab grotendeels te danken is aan vier factoren: het gedeelde doel staat centraal, elke organisatie draagt bij, gelijkwaardige netwerksamenwerking en experimenteerruimte. Maar er is ook een uitdaging: hoe kun je de bewezen effectieve experimenten voortzetten en opschalen? En welke institutionele experimenten en innovaties zijn in het vervolg van het living lab nodig?
Verbinding en versnelling
Deelnemers brengen hun ideeën voor deze experimenten en veranderingen naar voren. Een vijftal highlights uit de groepjes. Denk bij regelgeving drie generaties vooruit, vanuit een langetermijnvisie op het landelijk gebied. Creëer een regelvrije ruimte waarin je creatiever met initiatieven om kan gaan. Evalueer de experimenten, waarbij je ook kijkt welke aanpassing van wet- en regelgeving nodig is. Zorg voor laagdrempelig contact tussen de overheden, waarbij gekeken wordt welke overheid met welke actie de opschaling mogelijk kan maken. Daarbij is lef van bestuurders en ambtenaren nodig om nieuwe werkwijzen te verkennen en vanuit het gedeelde doel toe te passen.
Voor het vervolg werken we aan het voortzetten van de gelijkwaardige samenwerking in het innovatienetwerk, waarin voor iedere partij een belang zit en waaraan actief kan worden bijdragen. Specifiek voor governance en samenwerking wordt gedacht aan een 'institutioneel lab'. In dit lab ontwikkelen we een aantal specifieke governance experimenten en streven ernaar deze te gaan testen.

4. Kijk naar de ondergrond voor de juiste zoetwateroplossing
Vince Kaandorp en Arjen Roelandse gaan in op inzichten uit de pilots op Schouwen-Duiveland waarin innovatieve technieken zijn getest. De rol van de ondergrond voor de zoetwatervoorziening staat hierin centraal. De toepassing van maatregelen blijkt sterk afhankelijk van de ondergrond en de ligging in het watersysteem. Geen enkele oplossing kan overal; we moeten juist de variatie aan oplossingen delen. Is het al tijd om op te schalen of missen we nog een stukje van de kennispuzzel?
Verdieping en verspreiding
Tijdens het interactieve deel met de ‘gestreepte-sok-methode’ geven deelnemers aan wat nodig is om deze innovaties op grotere schaal toe te passen en welke kennisvragen er nog zijn. Enkele uitkomsten zetten we hier achter elkaar. Een van de belangrijkste aandachtspunten is de noodzaak om zowel op grote als kleine schaal te werken. Ook véél kleine maatregelen samen kunnen een groot effect hebben. Voor toepassing van de maatregelen is het belangrijk om de doelgroep scherp te hebben en te focussen op kennisoverdracht; breng kennis naar het gebied. Een vraag is hoe het watersysteem en de waterbalans gaan veranderen; hoe toekomstbestendig zijn de oplossingen? Werk vanuit het gebied met doelen en stem financiering en subsidiemogelijkheden daarop af. Neem barrières in beleid weg. Zorg voor betere financiering en ondersteuning van ondernemers, bijvoorbeeld door een risicoverzekering voor innovatieve maatregelen die tegenvallers kan helpen opvangen. Pilots zijn heel belangrijk om te laten zien dat iets werkt; deel deze praktijkervaringen. Focus vooral op innovatie en ondernemerschap. Benadrukt werden doorgaan met kennisuitwisseling, communicatie, trots zijn op innovaties en deze in een breder perspectief plaatsen; laat het zien aan de wereld.
Voor het vervolg wordt bekeken hoe innovatieve drainagesystemen nog verder te optimaliseren zijn. Net als ervaring opdoen op andere gronden en de effecten daarvan goed meten. Er loopt een verkenning voor uitbreiding van proefvelden.
Het symposium maakt duidelijk dat er in de afgelopen jaren veel waardevolle inzichten zijn opgedaan. Het Living Lab Schouwen-Duiveland gaat hiermee verder. Het is een blijvende uitdaging om deze kennis om te zetten in structurele veranderingen, waarbij innovatie, samenwerking en experimenteerruimte hand in hand gaan.