Op 25 januari was er in Nieuwspoort in Den Haag veel aandacht voor de innovaties, kennisontwikkeling en de governance rondom zoet water. Overheden, onderwijs- en kennisinstellingen, ondernemers en belangenorganisaties waren aanwezig bij de themasessie georganiseerd door het Living Lab. De sessie met het thema ‘Samenwerken aan een toekomstigbestendige Zeeuwse Delta’ maakte veel reacties los. Wat werd er besproken?
Structurele oplossingen zijn nodig
Wethouder Paula Schot hield een indrukwekkend betoog waarom we al die aandacht vragen voor voldoende zoet water op het eiland Schouwen-Duiveland dat omringd is door zoute wateren. Ze stelde de vraag of de zoetwaterinnovaties die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld wel robuust genoeg zijn en een structurele oplossing vormen voor de akkerbouwsector. En gaat de opschaling van deze zoetwaterinnovaties voor de sector wel snel genoeg? Het verdienmodel van vele familiebedrijven staat onder druk. Schouwen-Duiveland maakt zich zorgen over de gevolgen die dit gaat hebben voor deze bedrijven, de agrarische sector, de economie en de leefbaarheid op het eiland.
Werken aan verbeteren van de zoetwatersituatie
Martijn van Kalmthout van waterschap Scheldestromen analyseerde in een heldere uiteenzetting de problemen met het tekort aan zoet water. Ook ging hij in op aan welke oplossingsrichtingen wordt gewerkt. Een van de conclusies is dat de mogelijkheid om met het slotensysteem direct te sturen in de waterbeschikbaarheid beperkt is. Hoe komt dit: het waterbeheer vindt plaats via de sloten, die minder dan 2% van het areaal beslaan. De akkers zijn voor het overgrote deel voorzien van drainage en daarmee ingericht op het voorkomen van natte condities. Maar die inrichting is een nadeel vanuit het perspectief van droogteproblematiek. Neerslag wordt namelijk efficiënt afgevoerd, maar kan niet worden opgeslagen in het slotensysteem, weg is weg. Het watersysteem heeft onvoldoende buffers om het zoete water vast te houden. Daar komt bij dat de primaire sloten relatief diep insnijden in de ondergrond en daarmee zelf een drainerende werking hebben van het grondwater. In feite vormen de sloten zelf een verliespost in de regionale zoetwaterbalans. De oplossingen om het zoete water vast te houden zijn: de bodemkwaliteit verbeteren (sponswerking); aangepaste drainages (niet alleen afvoeren maar ook opvangen) en de drainerende werking van primaire sloten tegengaan. Met twee van deze oplossingen experimenteren we al in het Living Lab. De laatste oplossing gaat nog plaatsvinden bij een praktijkproef van kreekruginfiltratie.
Bevorderen van de leercultuur in living labs
Bartjan Wattel van de HZ University of Applied Sciences bracht in een quizvorm de rol van kennis, onderwijs en een leven lang ontwikkelen in living labs naar voren. HZ faciliteert samen met Deltaplatform de zoetwateracademie in het living lab van Schouwen-Duiveland. Bartjan ging in op de meerwaarde van living labs bij het verbinden van de theorie met de praktijk. De bijdragen in het living lab van studenten over de gehele onderwijslijn van voortgezet tot wetenschappelijk onderwijs en alles daartussenin zijn heel waardevol en dienen vele doelen. Voor iedere partner voegt de deelname aan het living lab iets extra’s toe. Een living lab bevordert de leercultuur en een leven lang ontwikkelen. Dit smaakt naar meer en geopperd werd dit te koppelen aan de kansenagenda’s/regiodeals vanuit het Rijksprogramma Iedere Regio Telt. Een tip voor de Zuidwestelijke Delta.
Juridische en bestuurlijke belemmeringen voor zoet water wegnemen
Tot slot hield Jitske van Popering, bestuurskundige van GovernEUR van de Erasmus Universiteit een vurig betoog over succesvol samenwerken aan zoet water. Uit de lessen van Living Lab Schouwen-Duiveland specifiek met betrekking tot zoet water komt naar voren dat er vooruitgang is geboekt niet dánkzij de huidige inrichting van het openbaar bestuur met de verschillende overheidslagen van Europa, Rijk, Provincie, Waterschap en Gemeente, maar óndanks dit ‘Huis van Thorbecke’. De wetgeving van deze bestuurslagen sluiten niet goed op elkaar aan en zij maken het de vernieuwende zoetwateroplossingen niet gemakkelijk. Toch weten de overheden samen, in een gebied met ondernemers en experts, vooruitgang te boeken. De verantwoordelijkheid om over voldoende zoet water te kunnen beschikken ligt bij de agrariër, en is dat wel terecht gelet op de maatschappelijke opgaven die samenhangen met veranderende omstandigheden zoals het klimaat? Het is complex, en toch worden er stapjes voorwaarts gezet. Dit komt doordat er veel energie zit bij de betrokkenen, ze willen gezamenlijk werken aan innovatie. De gezamenlijke intenties en bedoeling zijn aanwezig, maar de praktijk is weerbarstig en laat zien dat de overheden, apart of gezamenlijk, niet altijd in staat zijn om hun beleid, regels, organisatie, financiering op een goede en snelle manier te kunnen inzetten om de maatschappelijke doelen te bereiken. Dat kan beter.
Samen verder komen met zoetwaterdilemma’s
Er was veel lof in de zaal voor de resultaten die met het Living Lab bereikt zijn. Het is een continu proces van bijstellen om met elkaar verder te komen in de opgaven in het landelijk gebied en dan met name de opgave van zoetwaterbeschikbaarheid. Dit leverde, onder leiding van moderator Joep Stassen, interessante discussies op over de dilemma’s en keuzen die daarin te maken zijn. Zo speelt op landelijk niveau het verdelingsvraagstuk van de aanvoer vanuit de grote rivieren en wat dit betekent voor de toekomst van de landbouw in de Zuidwestelijke Delta. En hoe pakt de uitwerking van het sturende principe van ‘water en bodemsturend’ uit voor Zeeland? Deze vraagstukken zijn actueel en hebben volop aandacht, ook binnen het Living Lab.
De video over zoet water en de (totaal)presentatie van deze themasessie zijn te vinden in de bibliotheek van het Living Lab.