In het Fieldlab Burghsluis experimenteren lokale agrarisch ondernemers uit het gebied tussen Burghsluis en Burgh-Haamstede in stappen samen om te komen tot een toekomstbestendig watersysteem. Waardoor dit bodem- en watersysteem beter kan omgaan met extreme weersomstandigheden, zoals langdurige droogte, hevige regenval en verzilting (indringen van zout water). Omdat Broedplaats Zoet Water liep tot 1 april 2025 gaan we in dit artikel in op de resultaten. De eindrapporten van de onderzoeken en adviezen zijn hier te downloaden (onder het kopje Fieldlabs zoet water).
Het project start in het voorjaar van 2021 met verkennende gesprekken met de boeren, het waterschap, de provincie en natuurorganisaties. Samen worden knelpunten in het watersysteem in kaart gebracht en wordt nagedacht over mogelijke oplossingen. Op basis van deze verkenning is een gezamenlijke visie ontwikkeld voor een meer klimaatrobuuste toekomst van het gebied. De uitdagingen voor de boeren zijn de toenemende verzilting, droogte en het gebrek aan zoetwater. Dit zorgt ervoor dat de teelt van uien steeds vaker als te risicovol wordt gezien en daarmee valt een belangrijke inkomstenbron weg voor de landbouw.
Mogelijke oplossingsrichtingen
De visievorming vond plaats in 2022. Samen met de adviesbureaus Aequator Groen + Ruimte en Deltares, onder leiding van Buro Waterfront is samen met de boeren, het waterschap, de provincie en de gemeente gewerkt aan een analyse van het bodem- en watersysteem. Hieruit kwamen vier mogelijke oplossingsrichtingen en maatregelen.
- Zoet kwelwater langer vasthouden Door het gebied op te delen in kleinere peilgebieden (compartimenteren) en het waterpeil lokaal op te hogen, kan zoet grondwater uit de duinen langer worden vastgehouden.
- Gebruik van gezuiverd afvalwater (effluent) Effluent van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) aan de Steursweg kan mogelijk dienen als extra bron van zoet water voor landbouwgronden die last hebben van zout grondwater.
- Bodem als spons verbeteren Door duurzaam bodembeheer, slimme drainage en natuurinclusieve inrichting kan de bodem meer water vasthouden. Dit versterkt ook de eerste twee maatregelen.
- Ondergrondse opslag van zoet water Opslag van zoet water in ondergrondse zandlagen, bijvoorbeeld bij de Meeldijk en langs de Steursweg.
In overleg met boeren, het waterschap, de provincie en de gemeente is besloten om deze ideeën verder uit te werken tot een concreet plan. Dit gebeurde in 2023, tijdens de zogeheten haalbaarheidsfase.
Pilots en metingen
In de periode 2023 tot eind 2024 zijn metingen uitgevoerd aan het watersysteem omdat nog weinig informatie beschikbaar was over welke watergangen zoet of juist zout waren. Ook werden drie proefopstellingen (pilots) ingezet om te onderzoeken of het haalbaar is om zoetwater langer vast te houden en verzilting tegen te gaan. De resultaten van deze metingen en de aanvullende handmetingen uit 2024, worden behandeld in de rapportage ‘Uitwerking meetgegevens’.

De pilots hebben laten zien dat het vasthouden van zoetwater uit de duinrand vooral kansrijk is in de gebieden die wat hoger liggen en waar de grondwaterstand dieper wegzakt tijdens droge perioden. In twee pilots is aangetoond dat het nuttig is om het peil wat hoger te zetten of zelfs actief zoet water richting een hogere opgestuwde kavelsloot te pompen waardoor de grondwaterstanden stijgen en het risico op droogte afneemt. In gebieden waar het zoute grondwater al dicht aan de oppervlakte ligt, bijvoorbeeld richting de Oosterschelde, heeft verhogen van het peil in de watergangen weinig zin. Dit veroorzaakt waarschijnlijk een hogere zoute grondwaterdruk in het perceel.
Een andere conclusie is dat het vergroten van de sponswerking van de bodem en het perceel veel kan betekenen om droogterisico’s te beperken. Door het hoger en nauwer draineren van het perceel zal de grondwaterstand stijgen, zonder dat het risico op te natte condities teveel toeneemt. In combinatie met maatregelen die de bodemstructuur verbeteren, kan hierdoor de uitgangspositie in een droge periode gunstiger worden. Zie ook de rapportage ‘Klimaatrobuust watersysteem Fieldlab Burghsluis’ waarin de geleerde lessen uit de haalbaarheids- en uitvoeringsfase worden gecombineerd tot een voorstel voor aanpassingen aan het watersysteem.
Peter van Veelen zegt: “Ik zie dat een gebiedsgerichte aanpak perspectief kan bieden. Al betekent het altijd maatwerk want ieder gebied vraagt om een eigen combinatie van maatregelen. Werken aan een betere uitgangspositie met hogere grondwaterstanden is nodig, maar het risico van lange droge perioden blijft. Het is daarom belangrijk dat het hele landschap meer als spons gaat werken en dat betekent verschillende maatregelen tegelijkertijd uitvoeren. Daarom hoop ik ook op mooie resultaten voor de vierde pilot en andere initiatieven die uit de samenwerking voortkomen.”
Pilot natuurvriendelijke oever en aanpassen drainage
Op deze pilotlocatie worden verschillende maatregelen gecombineerd om het hele landschap meer als spons te laten werken. Door een natuurvriendelijke oever aan te leggen en water vast te houden in een watergang kan kwelwater langer in het gebied blijven. Daarnaast wordt de drainage van de percelen aangepast waardoor meer water in het perceel kan worden opgeslagen. Door al deze maatregelen tegelijkertijd te nemen is de verwachting dat de sponswerking van het hele landschap toeneemt. Provincie Zeeland heeft voor de uitvoering van deze pilot geld gereserveerd en zal de uitvoering verder coördineren.
Dit project is een onderdeel van de Broedplaats Zoet Water Schouwen-Duiveland. Het is mogelijk gemaakt met steun van het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland Zuidwestelijke Delta (IBP-VP-ZWD) en subsidie van provincie Zeeland.