In de uitvoeringsfase van de Broedplaats Zoet Water richt de taskforce governance zich op praktische ondersteuning bij vraagstukken waar overheden, agrariërs en experts inzicht in willen hebben. De taskforce governance onderzoekt nu twee vraagstukken rondom samenwerking en er wordt apart ingezoomd op een urgent juridisch vraagstuk uit de broedplaats. Deze trajecten helpen bij het vooraf goed doordenken van samenwerking aan zoetwaterbeheer en bij het verhelderen van de overheidstaken op zoetwatergebied. Zo worden zij uitgedaagd op een andere meer fundamentele manier na te denken over hun taken gericht op de zoetwatervoorziening voor het Zeeuwse landelijk gebied. Onderstaand lichten we de trajecten kort toe.
Samenwerking
Voor agrariërs is zoetwaterbeheer onderdeel van hun bedrijfsvoering. Door projecten van de broedplaats wordt actief zoetwaterbeheer extra gestimuleerd, zowel op individueel als op gebiedsniveau. Onderlinge samenwerking voor zoetwaterbeheer tussen agrariërs geeft mogelijkheden om de zoetwaterbeschikbaarheid te optimaliseren en om samen te innoveren. Agrariërs lopen bij samenwerking aan zoetwaterbeheer tegen vraagstukken aan op het gebied van eigendom, gebruik, onderhoud en verantwoordelijkheden. Via de principes over het beheer van common-pool resources onderzoekt de taskforce waarover je vooraf moet nadenken met elkaar en welke afspraken je samen kunt maken om gezamenlijk zoetwaterbeheer beter te organiseren en uitputting van de bron te voorkomen.
Droogte en de impact daarvan op de landbouw staat hoog op de agenda van waterschappen. Tegelijkertijd is dit een dilemma voor waterschappen; zoetwatervoorziening is niet per definitie een kerntaak, maar wel sterk gerelateerd aan de kerntaken. De taskforce governance verkent hoe verschillende waterschappen in Nederland met vergelijkbare uitdagingen op het gebied van zoet water, omgaan met dit dilemma. Daarbij staat de taakomschrijving van waterschappen ten aanzien van de zoetwatervoorziening centraal.
Op basis van actuele waterbeheerplannen (2022-2027) wordt inzichtelijk gemaakt wat daarvan geleerd kan worden in de broedplaats.
Wie doet wat en hoe is dit wettelijk geregeld?
De juridische taken en verantwoordelijkheden van overheden wat betreft de zoetwatervoorziening voor agrariërs zijn in de praktijk vaak onduidelijk. Wanneer geïnvesteerd moet worden in een toekomstbestendig zoetwatersysteem ligt dit vraagstuk op tafel. Dit wordt ook zo ervaren in de broedplaats zoet water. Anouk Jacobse, student aan de Juridische Hogeschool in Tilburg, doet hier namens de taskforce governance onderzoek naar en richt zich op grondwater. Het onderzoek is gebaseerd op relevante wet- en regelgeving, jurisprudentie en rechtsliteratuur. Om inzicht te bieden in de praktijk houdt Anouk interviews met juridische experts, ambtenaren en personen die in de praktijk te maken hebben met dit vraagstuk.
Hiermee ontstaat juridisch en praktisch inzicht in de juridische verantwoordelijkheid voor de zoetwatervoorziening voor agrariërs. Een belangrijk resultaat dat in de broedplaats benut kan worden. De taskforce hoopt vóór de zomer resultaten van deze drie projecten te kunnen delen.
Verdere ontwikkelingen
Naast deze drie onderzoeken is de taskforce governance betrokken bij het leerproces over de fieldlabs. Verder is er afstemming geweest met de toekomstverkenning voor ‘Klimaat- en waterrobuust Laag-Nederland van nu naar 2050’ (LN2050) om de inzichten die sinds de start van de broedplaats zijn opgedaan over te dragen aan het projectteam. De taskforce governance zal in het verdere proces van LN2050 betrokken zijn bij het ontwikkelen van een toekomstperspectief voor Schouwen-Duiveland om de governance-inzichten toe te passen.
Dit project is een onderdeel van de Broedplaats Zoet Water Schouwen-Duiveland. Het is mogelijk gemaakt met steun van het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland Zuidwestelijke Delta (IBP-VP-ZWD) en subsidie van provincie Zeeland.