Natter én droger vraagt om aanpassingen in het watersysteem

25 maart 2024

Het klimaat verandert en dat is steeds beter merkbaar. In de toekomst moeten we omgaan met langere droogteperioden en extremere regenval en dat kan als het bodem- en watersysteem meer water kan vasthouden en ruimte biedt voor het verwerken van piekbuien. Maar meer zoet water vasthouden betekent ook dat de afvoercapaciteit van het watersysteem of het bufferend vermogen van de bodem moeten worden vergroot om wateroverlast te voorkomen.

Voor het ontwikkelen van een landschapsgerichte aanpak startte eind 2020 binnen de Broedplaats Zoet Water van het Living Lab Schouwen-Duiveland het project Fieldlabs Zoet Water. Voor drie fieldlabs wordt nu een plan opgesteld met concrete maatregelen voor een gezonde landbouw onder een veranderend klimaat. De ervaringen van de fieldlabs worden gebruikt voor het ontwikkelen van nieuwe kennis, beleid en kaders voor het waterbeheer. In dit artikel gaan we in op de lessen over de sponswerking van bodem, perceel en landschap.

Het watersysteem
Het huidige watersysteem van Schouwen-Duiveland, ontstaan in de tijd van herverkavelingen en de herstelperiode na de watersnoodramp, voert via grote afwateringsgebieden overtollig regenwater efficiënt af naar het gemaal. Door drainage werd het mogelijk in voor- en najaar het land langer met steeds zwaardere machines te bewerken. Gevolgen waren bodemverdichting en minder sponswerking van de bodem. Het organisch stofgehalte in de bodem nam af door gebruik van kunstmest, kleinschalige landschapselementen als greppels en bosjes verdwenen en de gevoeligheid voor droogte nam toe. We zien nu dat tijdens droge perioden de wortels moeilijk het grondwater bereiken en planten meer moeite hebben dieper te wortelen. Vlot wordt veel zoet water afgevoerd richting het gemaal en nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen spoelen ook sneller af naar het oppervlaktewater.

Sponswerking van bodem en perceel
Een van de conclusies van de fieldlabs is dat het vergroten van de sponswerking van de bodem door water langer in de bodem en het perceel vast te houden een gunstig heeft op het waterbergend vermogen van het héle landschap. Boeren kunnen de sponswerking van het perceel vergroten door drainage hoger en nauwer (dichter bij elkaar) te leggen en door de drainage peilgestuurd te maken, de grondwaterstanden in het perceel worden hierdoor beter stuurbaar. Duurzaam bodembeheer verbetert de doorlatendheid en het watervasthoudend vermogen van de bodem. Veel ondernemers werken hieraan met niet kerende grondbewerking, diepwortelende groenbemesters en de bodem jaarrond bedekt houden.

stuwtje

Water vasthouden
Naast de sponswerking is het belangrijk water vast te houden in het watersysteem. Een gezonde bodem of verbeterde drainage is niet effectief als al het zoete water via drains direct in de sloten loopt die zo snel mogelijk dat water afvoeren. Door het polderpeil hoger te zetten stijgt de grondwaterstand in het perceel als de drainage voldoende hoog ligt, waardoor het risico op verdroging afneemt. Hierdoor wordt meer zoet water in de bodem gebufferd en neemt ook de verzilting richting de sloten af. In het huidige peilbeheer kan nog onvoldoende rekening worden gehouden met een balans tussen wateroverlast en droogte. Gekozen wordt tussen een optimale ontwatering voor zowel de lage als de hogere delen, waardoor de drooglegging binnen het peilgebied niet altijd optimaal is. Het winterpeil wordt vaak lager gehouden dan optimaal om bufferruimte te maken voor afvoer. Veel peilgebieden op Schouwen-Duiveland hebben daardoor vooral in de winter een overmatige drooglegging.

Voor het peilbeheer is meer maatwerk nodig in tijd en ruimte, flexibel peilbeheer geeft een betere aansluiting op het weerbeeld, de planning van het landwerk en de risico’s van droogte en wateroverlast. Gedacht vanuit ‘bodem en water sturend’ moeten in het peilbeheer keuzes worden gemaakt in het licht van verzilting, verdroging en wateroverlast. Een nieuw sturend principe kan zijn ‘flexibel wanneer het kan en vast wanneer het moet’. De fieldlabs laten zien dat ruimtelijk compartimenteren van peilgebieden kansrijk is voor een betere aansluiting op de variatie in hoogteligging, bodemopbouw en landgebruik. In fieldlab Brouwershaven-Zonnemaire komt een serie van particuliere waterconserveringsstuwen in de secundaire watergangen waarmee op de hogere delen water kan worden vastgehouden.

Nieuwe balans tussen afvoeren en vasthouden
Om door peilverhoging zoet water te sparen en verzilting tegen te gaan, moet het watersysteem beter in staat zijn wateroverlast te voorkomen. Dit kan door de bufferruimte in het polderwatersysteem te vergroten en de afvoercapaciteit richting het gemaal te verbeteren. De bufferruimte vergroten, kan door sloten te verbreden met een natuurvriendelijke oever waardoor de biodiversiteit en landschapskwaliteit verbeteren. Soms is een laaggelegen perceel de reden waarom peilverhoging niet als kansrijk wordt gezien. Peilverhoging kan door bij dit peilbeheer in overleg met de ondernemer het landgebruik te wijzigen, bijvoorbeeld van agrarisch naar natuur, werken met een aangepast teeltplan of door het risico te accepteren dat de grond tijdelijk te nat is.

Een betere uitgangspositie
Het vergt een lange adem, sterke onderlinge samenwerking, overeenstemming over het doel en de bereidheid tijd te investeren om gezamenlijk het bodem- en watersysteem te leren begrijpen. De fieldlabs laten zien dat van daaruit mogelijkheden ontstaan. Kleinschalige maatregelen voor bodem, perceel en gebied helpen de zoetwatervoorraad te vergroten. Hogere grondwaterstanden en meer bodemvocht geven een betere uitgangspositie in het voorjaar en meer kansen een droge periode door te komen. Goed blijven afstemmen tussen teeltplan, bodemstructuur, perceeldrainage, buffering van zoet water en lokaal en regionaal peilbeheer is hierbij belangrijk. Hoewel de uitgangspositie verbetert, kan een ‘landschap als spons’-strategie niet voorkomen dat grondwaterstanden diep wegzakken tijdens lange droge perioden. De aanpak sluit ook niet altijd aan op de behoefte van boeren om zoet water beschikbaar te hebben op de momenten dat het nodig is. Veranderende condities vragen om aanpassing van de landbouw door andere gewassen of aangepaste teeltplannen.

Deze aanpak voor verbetering van de waterhuishouding en landbouwproductiviteit sluit aan op de transitie naar een volhoudbare landbouw. Denk aan zorgen voor een zo gezond mogelijke bodem, vergroten van biodiversiteit en landschapswaarden en met lokaal waterbeheer sturen op waterkwaliteit en -kwantiteit. Ook kunnen slimme combinaties met deze aanpak kansen opleveren voor bijvoorbeeld ecotoerisme, duurzame landbouwproducten en natuurbeheer.

Dit project is een onderdeel van de Broedplaats Zoet Water Schouwen-Duiveland. Het is mogelijk gemaakt met steun van het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland Zuidwestelijke Delta (IBP-VP-ZWD) en subsidie van provincie Zeeland.