Met initiatief komen we verder

10 april 2020

“Living Lab Schouwen-Duiveland is gestart omdat we een relatief grote agrarische sector hebben die het in deze tijd enorm zwaar heeft en voor de zoetwatervoorziening de overheid nodig heeft”, zegt de bij het project betrokken bestuurder van gemeente Schouwen-Duiveland, wethouder Cees van den Bos.“Daarbij kiezen we voor een innovatieve benadering en koppelen we vraagstukken. We willen het eiland ook toekomstbestendig maken en zorgen dat alles in beeld is. Ook voor onderwijsinstellingen zorgen we voor concrete opdrachten waarmee studenten aan de slag kunnen én we halen studenten naar het eiland toe.”

Samenwerken en laten zien wat er gebeurt
In het Living Lab werken overheden, onderzoeksinstellingen en onderwijsinstellingen nauw samen met de agrarische sector. “Dit moet oplossingen leveren voor concrete vraagstukken waar agrariërs mee zitten. Tegelijkertijd wil je dat studenten zien dat er in zo’n plattelandsgemeente als Schouwen-Duiveland veel meer gebeurt dan je op het eerste gezicht zou denken. Dat hier interessante onderzoeksopgaven liggen, het hier goed leven is en waar we het door deze samenwerking ook leefbaar houden. We proberen onderwijsinstellingen overeind te houden. Dat doen we door serieuze opdrachten te bieden zodat ze aantrekkelijker worden voor studenten. En door breder samen te werken met onderwijsinstellingen binnen en buiten Zeeland, zetten we het gebied op de kaart en laten partijen zien wat hier allemaal gebeurt; hoe mooi het hier is en hoeveel economische dynamiek hier zit.”

Het project gaat over zouttolerante teelt, het bufferen van zoet water, het afvoeren van regenwater en eventuele externe aanvoer van zoet water. “Overal wordt stukje bij beetje aan getrokken. We brengen de ondergrond in beeld met monitoring en kijken naar de mogelijkheden voor afkoppelen van regenwater richting fruittelers. Afhankelijk van de vragen die er leven en van kansen, kunnen speerpunten verschuiven. Die flexibiliteit is ook de kracht van het project en moet je erin houden.”

Waar staan we nu?
Van den Bos: “Het hele project overziend, zit de schwung er écht in. Rijksmiddelen komen onze kant op, daarmee kunnen we het nodige optuigen en dat gaat ons project ook echt verder helpen. Dat is complimenten waard voor onze agrariërs, voor ons ambtelijk apparaat dat dingen voor elkaar heeft gekregen en ook voor de provincie en het waterschap die hierin enorm stimuleren.” Eerste resultaten ziet hij ook: “Het project komt langzaam maar zeker bij meer partijen op de radar. De toegevoegde waarde wordt gezien bij agrariërs en door het onderwijs. En het kan ons ook inzichten opleveren waarmee we elders in Zeeland en daarbuiten verder kunnen.”

Enthousiasme en enorme waardering
“Met Agrarisch Schouwen-Duiveland dat de nek durft uit te steken bij de achterban én met het initiatief dat boeren nu nemen, komen we verder en dat is cruciaal, we begrijpen elkaar steeds beter. Zij zetten zich maximaal in en dat wordt enorm gewaardeerd! Het project moet ook echt wel wat opleveren, dat dit perspectief nu gezien wordt is echt een pluspunt. Concreet worden is belangrijk, zo zakt de belangstelling niet weg en kan het kennis opleveren waarin we willen investeren”, benadrukt hij. “Een ander pluspunt is dat ik hele enthousiaste agrariërs ontmoet die mij persoonlijk aanspreken en aangeven hé, hier gebeurt eindelijk ook iets. Ik zie natuurlijk ook agrariërs in nood, hen kunnen we met dit living lab oplossingen aanreiken op maat gesneden voor hun bedrijf zodat er weer energie bij hen loskomt. Meer toekomstperspectief gun je hen van harte.”

Op bijeenkomsten met studenten werd hij getroffen door hun enthousiasme: “Mooi om te zien hoe zij door praktijkgericht leren kunnen meehelpen met zoeken naar oplossingen voor concrete praktijkvraagstukken. Dat leeft ook veel meer voor hen. Ook bijzonder is dat landelijk en bij de provincie het belang van een dergelijk breed opgezet samenwerkingsproject gezien wordt. Heel positief. Dat heb je echt nodig om fondsen los te krijgen om dit mogelijk te maken. Immers een agrariër wil best instappen, maar ’t vormt toch vaak ook een bedrijfsrisico. Dan heb je bijdragen van een waterschap, een provincie en het rijk hard nodig.”

Meerwaarde
Van den Bos over de meerwaarde van het project voor het eiland: “Die zit om te beginnen in wat de eindgebruikers, de boeren, eraan hebben. Daarvoor willen we systemen beter georganiseerd krijgen en verloedering van het landschap tegengaan. De kansen voor agrariërs hebben ook een weerslag op het onderwijsaanbod van de Pieter Zeeman. Met hun ambitie om verder uit te bouwen en te zorgen voor vloeiende leerlijnen naar andere onderwijsvormen, dragen ze bij aan de leefbaarheid van het eiland. Voor de langere termijn verwacht ik dat we veel zullen hebben aan de ervaringen die we in het Living Lab opdoen. Denk bijvoorbeeld aan een koppeling met het Deltaprogramma Zoet Water en de vraag wat we met de dijken moeten gaan doen. En straks grijpt er nog veel meer in elkaar.”