Inspelen op toenemende droogte, verzilting en wateroverlast

4 augustus 2023

Waar wordt op Schouwen-Duiveland droogte het meest gevoeld? Welke gronden zijn gevoelig voor wateroverlast? En waar zorgt zoute kwel voor schade aan gewassen, nu en als de zeespiegel verder stijgt? Dit zijn vragen waarop het project Klimaat- en waterrobuust Laag-Nederland van nu naar 2050 (LN2050) zich richt. Een kleine dertig betrokkenen gingen eind juni met deze vragen aan de slag tijdens een werksessie in het dorpshuis van Scharendijke. Het doel: de opgaven rondom water, bodem en landbouw letterlijk in kaart brengen.

Toekomstbeelden voor Schouwen-Duiveland
De werksessie is een van de drie sessies die dit jaar georganiseerd worden vanuit het project LN2050. In dit project worden mogelijke toekomstbeelden voor Schouwen-Duiveland opgesteld. Hoe kunnen we het bodem- en watersysteem anders inrichten met oog op de toekomst? Welke teelten en agrarische bedrijfsvormen horen daarbij? Hoe verdienen agrariërs hun inkomen? En is dit alles voldoende robuust en veerkrachtig, ook als droge periodes vaker voorkomen en de intensiteit van buien in de zomer toeneemt? Door verschillende toekomstbeelden op te stellen én deze met hydrologische, landbouwkundige en economische modellen door te rekenen krijgen we een beeld welke keuzes voor de toekomst we kunnen maken. Hieraan wordt de komende maanden gewerkt.

Waar in het gebied wordt droogte, verzilting en wateroverlast het meest gevoeld
Alles begint met een gezamenlijk beeld van de opgaven die we nu zien. Zo’n dertig betrokkenen – agrariërs van Schouwen-Duiveland, experts van waterschap, gemeente en provincie, en onderzoekers van Deltares, Wageningen Universiteit en wateronderzoeksinstituut KWR – gingen daarom aan de slag met drie actuele thema’s die een uitdaging vormen voor de landbouw op Schouwen-Duiveland: droogte, verzilting en wateroverlast.

LN2050 eerste sessie op 28 juni 2023
Deelnemers in gesprek over bodem- en waterproblematiek op Schouwen-Duiveland. Welke gronden zijn gevoelig voor droogte, welke voor wateroverlast en welke impact heeft dat op de landbouw?
Een van de knelpuntenkaartjes voor LN2050

Met hulp van hoogtekaarten, bodem- en grondwaterkaarten, kaarten van bijvoorbeeld landgebruik én kennis van het gebied schetsten ze de knelpunten in het gebied. Het resultaat van de sessie: drie kaarten met gezamenlijk vastgestelde opgaven voor bodem, water en landbouw.
 

Hiernaast links: één van de drie knelpuntenkaarten, zoals getekend tijdens de werksessie.  Droogte werkt op verschillende manieren door op Schouwen-Duiveland, met uitdagingen voor landbouw, maar ook voor natuur en drinkwater. (Figuur door Xiaolu Hu, Wageningen University & Research)

Ko de Regt, projectleider zoet water van ZLTO nam deel aan deze bijeenkomst en blikt terug: “Vanuit verschillende invalshoeken en professies zie je hoe tegen de materie aangekeken wordt. De discussie varieert van actueel vandaag tot in de verre toekomst. En je ziet verbanden doordat  de verschillende lagen van kaarten (over droogte, verzilting en wateroverlast) over elkaar gelegd worden. We hebben stappen in de zin van kennisuitwisseling gezet en daarmee ook inzicht in elkaars belangen gekregen. Kennis opdoen van elkaar oogst begrip.”

Het belang van het onderzoek ziet hij als het complementair is aan andere zaken die lopen. Bijvoorbeeld: een extern onderzoek over de zoetwaterbehoefte (DORSD) geeft aan dat alle zoetwateronderzoeken en pilots hard nodig zijn, maar dat er daarnaast meer zoet water nodig is om de landbouw op Schouwen-Duiveland in de benen te houden. “Alles is optimaal maar waterbeschikbaarheid is de zwakste schakel.”

Komen tot een robuust bodem- en watersysteem
“Zoetwaterbeschikbaarheid wordt gezien als een van de grootste uitdagingen voor de agrarische sector van Schouwen-Duiveland,” vat hydroloog Klaasjan Raat van KWR de middag samen. “Voor wie het gebied kent, komt dat niet als verrassing. Maar het samenspel met andere factoren zoals gewasziekten, de markt en geopolitieke gebeurtenissen maakt het niettemin complex.” Dat maakt het vinden van oplossingen ook niet eenvoudig, maar wel noodzakelijk in het nieuwe klimaat. Het project is daarmee niet alleen relevant voor Schouwen-Duiveland, maar sluit ook goed aan bij het landelijke beleid om bodem en water “sturend” te maken bij ruimtelijke inrichting.

De komende tijd gaan betrokkenen verder aan de slag, met als eerstvolgende vraag: welke verschillende mogelijkheden zijn er om het bodem- en watersysteem anders in te richten? In werksessies in september en oktober wordt dit uitgewerkt in drie mogelijke toekomstbeelden voor landschap, landbouw en economie van Schouwen-Duiveland, die daarna worden doorgerekend en geanalyseerd: bieden ze een interessant toekomstperspectief voor agrariërs?