Gebiedsgerichte aanpak in de fieldlabs

9 november 2021

Het klimaat verandert. De verwachting is dat in de toekomst langere periodes van droogte optreden èn dat de kans op extreme regenbuien toeneemt. Voor het behoud van een vitaal landelijk gebied is het nodig het watersysteem voor te bereiden op de toekomst.
Een klimaatrobuust watersysteem vraagt soms om tegenstrijdige keuzes. Zoet water sparen betekent dat soms het peil wat hoger moet. Om wateroverlast bij een piekbui te voorkomen moet er wel voldoende bufferruimte zijn om het water op te kunnen vangen en voldoende afvoercapaciteit om het water snel af te kunnen voeren. Beide doelen vragen om aanpassingen en meer ruimte dan een watersysteem dat primair is ontworpen voor het efficiënt afvoeren van water.

De stap naar een robuust klimaatbestendig watersysteem kan daarom alleen worden gemaakt als oplossingen op het niveau van de bodem, het perceel/bedrijf en het watersysteem in samenhang met elkaar worden ontwikkeld. Dit vraagt om samenwerking tussen gebiedspartijen, het waterschap en de gemeente. Hiervoor is binnen de Broedplaats Zoetwater het project Fieldlabs opgezet. Het doel van het project is een gebiedsgerichte aanpak te ontwikkelen voor een klimaatrobuust watersysteem waarmee wateroverlast, watertekort en problemen van verzilting en waterkwaliteit in de toekomst kunnen worden voorkomen.

Fieldlab Brouwershaven Zonnemaire
Het eerste fieldlab Brouwershaven-Zonnemaire startte in het voorjaar van 2021 met een online-bijeenkomst met ongeveer 15 gebiedseigenaren. De projectgroep met Joop de Koeijer, Martijn van der Bijl en Joost Delst, namens het gebied, het waterschap, de gemeente en een externe hydroloog wilde eerst het watersysteem goed begrijpen. De resultaten van deze analyse en het advies zijn vlak voor de zomervakantie gepresenteerd aan de gebiedseigenaren tijdens een bijeenkomst in het Tonnenmagazijn in Brouwershaven.

Uit de analyse blijkt dat het gebied zowel last heeft van een teveel aan water als risico op droogte. De wat hoger gelegen zand- en plaatgronden zijn over het algemeen droogtegevoelig omdat het grondwater snel wegzakt in de zomer. De wat lager gelegen, meer kleiige gronden zijn minder droogtegevoelig. Bij deze gronden is eerder sprake van te natte omstandigheden en is er risico op wateroverlast. In het gebied is in het verleden forse schade geweest doordat water opstuwt in de watergangen en niet snel genoeg kan worden afgevoerd vanwege het lange afvoertraject naar gemaal ’t Sas bij Zierikzee. De uitdaging is dus om zowel water te sparen als water snel af te kunnen voeren.  

Het onderzoek liet zien dat het gebied grotendeels zoet is en dat een deel ook een zoetwaterbel heeft die soms meer dan 15 meter diep reikt. De hoofdwatergangen zijn echter vrijwel overal zout doordat zout grondwater vanuit oude kreekbeddingen door de diepe watergangen wordt afgevoerd en omdat het watersysteem ‘vervuild’ wordt door zout water van kwelplekken elders.
Om zoet water te kunnen sparen is het advies het peil aan te passen door bijvoorbeeld het zomerpeil eerder in te laten gaan of waar dat kan het peil, hoger op te zetten. Dit kan alleen als de afvoermogelijkheden in het gebied worden verbeterd en wateroverlast wordt voorkomen. De uitdaging is een goede balans te vinden tussen water vasthouden en snel water kunnen afvoeren.

Pilot polder Borrebrood-Kijkuit
In de komende tijd wordt  voor een wat kleiner gebied, de polder Borrebrood-Kijkuit, deze aanpak ontwikkeld. De onderzoekers brengen de precieze locatie van de kwelplekken in beeld. Ook onderzoeken zij of in het gebied ruimte is voor het aanpassen van het peil. Door in het klein te oefenen kan een aanpak worden ontwikkeld voor de wat grotere polders. Naast dit onderzoek doet het waterschap een onderzoek naar de oorzaak van opstuwing in de watergangen in dit gebied en in het afvoergebied. Daarnaast worden ook maatregelen die in Planvorming Wateropgave van het waterschap (PWO) zijn voorgesteld nog goed tegen het licht gehouden.