De taskforce governance leverde drie maatwerkadviezen af. Jitske van Popering, onderzoeker bij GovernEUR/Erasmus Universiteit Rotterdam en trekker van de taskforce, gaat hierop in.
Er zijn drie adviezen afgerond. Een advies is juridisch van aard en gaat over de belemmeringen waar we tegenaanlopen op gebied van beleid-, wet- en regelgeving bij de zoetwaterprojecten. Een ander advies gaat over de partijen die betrokken zijn bij de projecten binnen de Broedplaats Zoet Water. En er is ook een innoverend traject waarbij onderzocht is hoe de innovatieve projecten in de broedplaats kunnen optellen tot een doorgaande ontwikkeling.
Dit laatste advies kreeg de titel ‘de optelsom van pilots. Jitske gaat in op de inhoud: “Het gaat bij een doorgaande innovatie erom hoe we de experimenteerruimte echt goed benutten. Dan is het belangrijk dat we ervoor zorgen dat we het leerproces ook vormgeven en alle relevante partijen erbij betrekken, willen we het groot maken. Het is mooi als je bij een agrariër een oplossing realiseert, maar ga met elkaar dan ook kijken bij die oplossing en leer daarvan. Doe dat met alle betrokkenen die uiteindelijk een rol zouden hebben als je dit op grote schaal gaat toepassen. Denk dan aan agrarisch ondernemers, jonge boeren, beoogde bedrijfsopvolgers, financiers en uitvoerders die het aan kunnen leggen.”
Zij vervolgt: “Een ander belangrijk punt is nadenken over de toekomst. We werken aan een robuust zoetwatersysteem, maar wat is dat? Ieder heeft daar een ander beeld bij. Dat is een risico. Want als we daarover een verschillend beeld hebben, blijven we met kleine stapjes optimaliseren in plaats van toekomstbestendig innoveren. Begin stap voor stap daaraan te werken, hoe ziet het zoetwatersysteem er over 5 jaar, 10 jaar en 50 jaar uit? Zorg dat je aan dezelfde toekomst werkt. Neem hier de tijd voor en ga het aan. Betrek daarbij de boeren, de politiek en ook het bestuur.” En wat ook leuk is om hier te vermelden: “Samen met onze experts hebben we gekeken naar de projecten in de broedplaats. We hoorden dat zij echt verbaasd waren over zóveel inzet en samenwerking. Dat is een compliment voor hoe we nu aan de slag zijn.”
Over het advies dat gaat over de partijen die bij de broedplaats betrokken zijn, zegt Van Popering: “De vraag is hier of we de juiste partijen betrokken hebben in de broedplaatsprojecten. Met een krachtenveldanalyse werden de partijen in beeld gebracht. Het blijkt dat we de juiste partijen aan tafel hebben. Het is wel gewenst de contacten verder aan te halen en te intensiveren.”
Uit het eerste advies dat vooral juridisch van aard is, komt naar voren dat heel veel kan, maar wel onder bepaalde voorwaarden. Infiltreren of lozen van water zijn daarvan voorbeelden. Jitske licht dit toe: “Hierover is al best veel vastgelegd. Wat nu niet mag zijn verticale onttrekkingen, of toevoegen of onttrekken van water aan ondiepe zoetwaterbellen. We zijn nu met gemeente, provincie en waterschap aan het kijken naar de ruimte binnen de regels. Hiermee willen we voorkomen dat je werkt aan oplossingen waarvoor aan het eind geen vergunning kan worden gegeven. En eigendom van water is ook een punt. Als je het in de grond stopt is het formeel gezien van niemand. Maar de eigenaar van de grond zou daar wel bij kunnen. Als je dit collectief gaat doen dan moet je afspraken maken. Wie betaalt welk deel van de investeringen en wie mag op welk moment hoeveel water eruit halen? Zulke zaken moet je vastleggen en daarvoor moet je iets oprichten, bijvoorbeeld een coöperatie.”