In de periode februari – juli van dit jaar voerden vier studenten toegepaste biologie aan de HAS Hogeschool een onderzoek uit naar de functionaliteit van bloemrijke akkerranden op Schouwen-Duiveland voor de natuur, de boer en de toerist. We gingen over het onderzoek in gesprek met Cockie de Wilde, beleidsmedewerker Groen en Landschap van gemeente Schouwen-Duiveland en begeleider van de studenten en Celine Dootjes, een van de studenten.
Celine: “Om de biodiversiteit te verhogen op het eiland kunnen akkerranden mogelijk een belangrijke rol spelen. Door in het veld naar alle omgevingsfactoren (bomen, struiken, wegen, sloten, enz.) te kijken, kregen we een beter beeld van hoe akkerranden in het landschap liggen en welke omgevingsfactoren van invloed zijn op de akkerrand en welke niet.”
Het bleek lastig om de akkerranden 2022 op Schouwen-Duiveland in deze vroege periode van februari – juli goed te inventariseren en daar conclusies uit te trekken. De afstudeerperiode viel eigenlijk te vroeg, zeker in een jaar waarin door droogte veel randen pas laat ingezaaid konden worden. De Wilde zegt hierover: “We zagen dit probleem al aankomen en hebben daarom naast monitoring gekozen voor een meer theoretische benadering. Tijdens dit onderzoek is onderzocht welke omgevingsfactoren, vertaald in criteria en indicatoren, invloed hebben op de akkerranden van alle deelnemende agrariërs van het project ‘bloemrijke akkerranden’ en welke soorten vegetatie, bestuivende insecten en vogels voorkomen op een aantal specifieke akkerranden. Er is onderzocht of de akkerranden die allen zijn ingezaaid met hetzelfde zaadmengsel met zo’n 20 soorten, natuurwaarde, landbouwkundige waarde en/of belevingswaarde hebben. Door te werken met een multicriteria-analyse (MCA) is per waarde een schema opgesteld. Daarin is weergegeven welke indicatoren van invloed zijn op de specifieke waarde van een akkerrand. Deze indicatoren samen met de criteria waar ze invloed op hebben, zijn bepaald aan de hand van een literatuurstudie en gesprekken met experts. Het opstellen van een goede MCA bleek niet eenvoudig.”
Deze fanatieke groep studenten heeft met grote inzet een rapport opgeleverd en veel handvatten voor verder onderzoek, vervolgt De Wilde: “Het eindrapport vraagt nog wat aanpassingen, dat pakken we in september op met de begeleiders van de HAS Hogeschool. Het was erg leuk om deze groep meiden te begeleiden. De studenten hebben vanuit een camping op Burgh-Haamstede alle 68 akkerranden binnen dit project bloemrijke akkerranden bezocht en de omgevingskenmerken vastgelegd. Om de biodiversiteit te toetsen is hieruit een selectie gemaakt van acht akkerranden aan de hand van de zaaitijd, de breedte en het bodemtype van de akkerranden. Deze acht akkerranden hebben zij intensief geïnventariseerd naar vegetatie, bestuivende insecten en vogels, inclusief vogeltellingen om 6.00 uur ’s morgens!” Over de inventarisaties zegt Celine: “We onderzochten hoe het gesteld is met de vogels, de vliegende insecten en de vegetatie op de akkerranden. En we bekeken of de omgevingsfactoren (bomen, struiken, wegen, sloten e.d.) hierop ook invloed hebben. We maakten ook een korte impressie van de inventarisaties.” Op de LinkedIn-pagina van het Living Lab is dit filmpje van de studenten te bekijken.
De studenten hebben veel experts kunnen spreken, naast alle deelnemende agrariërs onder andere vertegenwoordigers van de imkervereniging, de zaadleverancier, ecologen, etc. Ook hebben ze gebruik gemaakt van een indrukwekkende hoeveelheid literatuur. De Wilde: “Dit onderzoek kunnen we gebruiken bij het maken van keuzes in de verdere ontwikkeling en uitbreiding van de akkerranden. Voor het bepalen van de waarde van akkerranden als verbindingselementen in de ecologische structuur biedt dit onderzoek ook inspiratie.”