Prestaties duurzame akkerbouw meten, zichtbaar maken en waarderen

6 juli 2022

De ‘Biodiversiteitsmonitor akkerbouw Zuidwestelijke Delta’ loopt van eind 2020 tot 2024 en is een project van de Broedplaats Volhoudbare Landbouw vanuit het IBP Vitaal Platteland Zuidwestelijke Delta. Het programma dat ook financieel bijdraagt aan de Broedplaats Zoet Water Schouwen-Duiveland  (https://vitaalplattelandzwd.nl/gebiedsplan-zuidwestelijke-delta/). Het doel van het project ‘Biodiversiteitsmonitor akkerbouw Zuidwestelijke Delta’ is een monitoringssysteem te ontwikkelen waarmee de voedselproductie kan verduurzamen op een manier die past bij de ondernemer en de omgeving. We spraken Frank Verhoeven van Boerenverstand, een van de trekkers van dit project.

Gemeenschappelijke taal ontwikkelen
Werken aan grote opgaven als herstel van biodiversiteit, duurzaam bodembeheer of het verbeteren van de waterkwaliteit, vraagt een brede samenwerking. Samen met de voedselketen, overheden en kennispartijen worden in dit project duurzaamheidsdoelen voor de lange termijn vastgesteld. Verhoeven licht toe: “Aan de hand van deze doelen kunnen agrarische bedrijven bepalen welke stappen zij gaan zetten. Via Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) meten agrarische ondernemers hoe ze op de duurzaamheidsdoelen presteren en worden hun prestaties ook zichtbaar voor anderen in de keten. Met deze biodiversiteitsmonitor voor de akkerbouw willen we een gemeenschappelijke taal ontwikkelen over wat biodiversiteit voor de landbouw is en hoe je dat meet.”

Verhoeven over de projectopzet: “Het afgelopen jaar zijn dertig akkerbouwbedrijven geselecteerd die interesse hebben om mee te doen en ook data over hun bedrijf willen delen. In 2021 zijn deze bedrijven bezocht, is data verzameld en zijn een aantal bijeenkomsten gehouden waar o.a. de eerste resultaten van de KPI's zijn besproken. We zijn met elkaar iets aan het ontwikkelen en dan wil je van elkaar de resultaten kunnen zien. Daarnaast is er een klankbordgroep ingericht met stakeholders, zoals overheden, bedrijven en andere ketenpartijen die geïnteresseerd zijn in de uitkomsten en zich ook willen inzetten. Het doel is een breed gedragen monitoringssysteem te ontwikkelen. De klankbordgroep moet dus vooral een consortium zijn van potentiële mee-beloners. Want we willen dat niet alleen de overheid beloont, maar ook de commerciële partijen zoals afnemers, maatschappelijke organisaties, waterschappen, of misschien wel de Rabobank.”

Inmiddels zijn het IBP (Interbestuurlijk Programma), KPI-k (landelijk LNV-traject KPI’s voor kringlooplandbouw) de drie waterschappen (Scheldestromen, Hollandse Delta en Brabantse Delta) en Lamb Weston betrokken als partners in het project. De Biodiversiteitsmonitor akkerbouw Zuidwestelijke Delta valt als één van de gebiedspilots nu ook onder een landelijk traject (KPI-k) dat recent werd gestart door het ministerie van LNV, WUR, het Louis Bolk Instituut en Boerenverstand om te komen tot een landelijke kernset die toepasbaar is voor alle landbouwsectoren (link: www.wur.nl/kpi). Centraal staat de vraag: Kan het overal werken en hoe dan?

Op weg naar een goed verdienmodel voor de boer
De nadruk in de gebiedspilot in de Zuidwestelijke delta ligt nu vooral op onderzoek. De eerste fase van dit project startte met de gecombineerde data inwinning (GDI) die een basis geeft om een aantal KPI’s te berekenen (% rustgewassen, % eiwitgewassen, % bodembedekking, gewasdiversiteit en rotatie index). Bovendien is deze databron voor elk grondgebonden landbouwbedrijf beschikbaar. Voor de groep van dertig akkerbouwers hebben we deze KPI’s op basis van de GDI kunnen berekenen (zie voor een voorbeeld: https://earthinformatics.wur.nl/projects/ab_zw_delta/bbopojfn/OverviewAllYears.slides.html).

Het vervolg van dit project komt eraan. Verhoeven: “De verwachte start is in augustus en duurt tot eind 2024. Het komende anderhalf jaar maken we met dezelfde dertig akkerbouwbedrijven een verdiepingsslag want er is nog veel informatie op te halen, vooral nog voor de nutriënten. Momenteel is er geen centrale en geborgde nutriëntenboekhouding die dusdanig betrouwbaar is dat erop beloond kan worden. Dit terwijl het voor veel opgaven (water, bodem, biodiversiteit) van groot belang is hoe er met nutriënten op een akkerbouwbedrijf wordt omgegaan. Degenen die het hier goed op doen, zouden daar ook voor beloond mogen worden. Eind 2023 wordt naar verwachting opgeschaald naar zo’n 100 bedrijven en ligt de focus op de uitwerking van de beloningssystematiek gebaseerd op KPI’s, de score en wat daar in geld of in andere vormen van beloning tegenover gaat staan. Ook komt dan de vraag wat we met z’n allen goed, beter en best vinden. Kortom, welke prestatie verlangen we precies van de akkerbouwers?”

In beweging komen
Voor de opzet van dit systeem is gekeken naar de veeteelt waar het al werkt (voorbeeld Brabant: https://www.landbouwenvoedselbrabant.nl/landbouw+en+natuur/biodiversiteitsmonitor/default.aspx). Wel merken we dat voor de akkerbouwbedrijven een beloning in geld meestal niet motiverend genoeg zal zijn om in beweging te komen, de interesse ligt op een ander niveau. Verhoeven zegt hierover: “We kijken nu goed naar manieren om boeren te belonen. Denk aan ruimte in regels of het krijgen van waardering voor de gezette stappen. Binnen het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) kunnen er mogelijkheden zijn, daar heb je belangrijke hectaretoeslagen die boeren niet goed kunnen missen. Het kan ook zitten in positief afwijken van de regels. Stel je hebt een vergunning nodig voor uitbreiding van je erf, kun je dan positief differentiëren omdat jouw bedrijf het goed doet op duurzaamheidsgebied? Zou je dan misschien wat meer mogen dan iemand die niet goed scoort? Verder is het ook belangrijk zaken inzichtelijk te maken. Veel boeren doen aan natuur al boeren ze niet biologisch. Het is niet inzichtelijk en niet uniform naar buiten toe uit te leggen wat er allemaal op dat gebied gebeurt. Die taalontwikkeling over dergelijke prestaties, dat is precies waar dit project over gaat.”

Bedrijfsniveau versus ketenniveau
Boerenbelangen komen meer overeen met maatschappelijke belangen en ketenbelangen gaan niet veel verder dan het perceel waarop dit jaar voor hen verbouwd wordt, zegt Verhoeven: “Simpel gezegd heeft een afnemer van bieten alleen interesse in de bieten en de hectare waarop zij verbouwd worden, er is geen interesse in het gehele bedrijf en het bedrijfssysteem wat erachter zit. Een boer wil bijvoorbeeld een ruimer bouwplan, maar de afnemer is daarin niet geïnteresseerd. We hebben andere constructies nodig want het moet op bedrijfsniveau gaan werken in plaats van op ketenniveau. De vraag is hoe krijg je dat voor elkaar? Hoe krijg je een afnemer ook verantwoordelijk voor een groter gebied, voor het gehele teeltplan en niet alleen voor hun aandeel daarin.”

Kringlooplandbouw

Gemeenschappelijke prikkel, stappen zichtbaar maken en waarderen

In de klankbordgroep krijgt die gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm. Het is belangrijk dat de gehele set KPI’s wordt geadopteerd in plaats van er een paar uit te kiezen die alleen voor het eigen bedrijf van belang zijn. Verhoeven geeft aan: “In de constructie die we nodig hebben zal het waarderen op bedrijfsniveau plaatsvinden en niet alleen op areaalniveau. De afnemer moet het ook belangrijk gaan vinden dat de boer bijvoorbeeld een ruimer bouwplan kan hebben met aandacht voor de bodemkwaliteit. De afnemer legt daar een bepaald bedrag voor in en wij regelen dan dat de boer betaalt krijgt voor zijn duurzaamheidsprestaties. Daar moet misschien nog iets tussen, misschien een gebiedsinitiatief of iets anders, om het duurzaamheidsgeld voor de duurzaamheidsinspanning bij de juiste boeren te krijgen. Want zoals het nu is, werkt het niet.

De akkerbouw staat bekend als een groene sector en de druk om te veranderen is niet groot. Zolang een akkerbouwer met de gewasbeschermingsmiddelen binnen de wettelijke normen blijft, is er geen prikkel om te minderen met die middelen. Terwijl we dat gebruik jaarlijks een beetje willen zien minderen, ongeacht de teelt en dat geldt ook voor gebruik van kunstmest of fossiele brandstoffen. Dit krijg je alleen voor elkaar als je de boer op bedrijfsniveau een set van KPI’s toebedeeld waarop beloond kan worden. Ieder jaar wordt er gemeten en het adagium is ‘hoe lager hoe beter’. In de klankbordgroep werken we eraan die gemeenschappelijkheid te zien en uit te spreken waardoor de prikkel, die stapjes op duurzaamheidsgebied stimuleert, vorm kan krijgen.”

Verhoeven besluit: “In dit project is het niet het ene uiterste of het andere uiterste. Je hoeft niet van gangbaar naar volledig biologisch te gaan. We werken aan het dichten van de kloof door de stappen die de akkerbouwers zetten zichtbaar te maken en te waarderen.”

Meer informatie over de stand van zaken KPI-k: https://edepot.wur.nl/566593

Meer informatie over het project Biodiversiteitsmonitor Zuidwestelijke Delta: https://boerenverstand.nl/projecten/biodiversiteitsmonitor-zuidwestelijke-delta/